Is een nucleair ongeval mogelijk in België?
De nucleaire veiligheid staat op een zeer hoog niveau in België. Doordat onze centrales fundamenteel verschillen van die in Fukushima en Tsjernobyl zijn ongevallen zoals in die twee centrales uitgesloten in ons land. Door de continue en strenge controles van alle Belgische installaties, is de veiligheid op meerdere niveaus gegarandeerd.
De Belgische kerncentrales verschillen fundamenteel van Fukushima en Tsjernobyl.
Waarin verschillen de Belgische kerncentrales van Fukushima en Tsjernobyl?
Er zijn meerdere fundamentele verschillen:
Ten eerste
Ons land ligt niet in een seismische zone. Een aardbeving en een tsunami zoals die in Fukushima zijn gewoon ondenkbaar bij ons. Het is bovendien geruststellend om te weten dat onze kerncentrales bestand zijn tegen extreme natuurverschijnselen (overstromingen, blikseminslagen...), wat bevestigd wordt door de Europese stresstests.
Ten tweede
De Belgische kerncentrales zijn voorzien van een dubbele insluiting van gespannen en gewapend beton, iets wat de centrales van Fukushima (Japan) en Tsjernobyl (Oekraïne) niet hadden. Vanaf het ontwerp en de bouw van de installaties wordt alles in het werk gesteld opdat de radioactieve materialen die worden geproduceerd door de kernreactie zo min mogelijk in contact kunnen komen met de omgeving (in het geval van een ongeval). Zo is er een reeks van 5 opeenvolgende veiligheidsbarrières die het uranium en de radioactieve splijtstoffen isoleren om te voorkomen dat radioactiviteit zou lekken.
Ten derde
Onze kerncentrales zijn uitgerust met PWR-reactoren (die gebruikmaken van water onder hoge druk), terwijl Fukushima had gekozen voor BWR-reactoren (met kokend water) en Tsjernobyl voor RBMK-reactoren (zogenaamde 'met licht water gekoelde en met grafiet gemodereerde reactoren').
De Belgische PWR-reactoren bevatten drie watercircuits die los van elkaar staan. Het primaire (radioactieve) circuit is volledig ingesloten in het reactorgebouw. Het secundaire circuit (niet-radioactief), dat is uitgerust met stoomgeneratoren, vangt de warmte op die zich in het primaire circuit bevindt, en voert die van het reactorgebouw naar de machinezaal, waar zich de turbine bevindt. Alleen het tertiaire circuit (niet-radioactief) heeft een uitgang naar buiten.
De reactoren van Fukushima (BWR) hebben maar twee circuits. In het primaire circuit, dat het reactorvat met de turbine verbindt, wordt het water in het reactorvat zelf omgezet in stoom. Het tweede circuit, waarin de stoom wordt gecondenseerd, heeft een uitgang naar buiten. De reactoren van Fukushima hebben bijgevolg geen tussencircuit zoals het secundaire circuit van Doel en Tihange.
Conclusie: PWR-reactoren zijn veilig omdat ze met drie aparte circuits werken en omhuld zijn met vijf insluitingsbarrières. De meeste centrales in Europa en in de Verenigde Staten werken met PWR-reactoren.
Zijn onze kerncentrales veilig?
Belgische kerncentrales behoren tot de meest robuuste centrales van Europa. Dat tonen de tests op vraag van de Europese autoriteiten keer op keer aan. De Belgische nucleaire sector verbetert zich ook constant.
Zelfs met die goede resultaten heeft België namelijk beslist om zijn kerncentrales te blijven verbeteren door te investeren in veiligheidsbarrières en -systemen die beantwoorden aan de strengste veiligheidsnormen.
Onze kernreactoren hebben vijf opeenvolgende insluitingsbarrières die de uranium- en splijtingsproducten volledig isoleren om eventuele vrijlating van radioactiviteit te voorkomen. Het gebouw van de reactor is bijvoorbeeld uitgerust met een dubbele insluitwand in beton en gewapend beton.

De noodplannen worden regelmatig getest aan de hand van oefeningen.
Noodgevallen
Mocht zich ondanks de vele veiligheidsniveaus toch een ongeval voordoen, dan treden er procedures en noodplannen in werking om de impact ervan op de site en de buitenwereld tot een minimum te beperken. De nucleaire installaties beschikken over een intern noodplan om snel en doeltreffend te kunnen reageren op elke ongewone situatie.
De site van Tihange wordt de klok rond bewaakt en er worden maandelijks oefeningen gehouden om het geheel van voorzorgsmaatregelen te testen. Sinds juni 2015 beschikt de centrale over een eigen brandweerteam. De brandweerlieden hebben een speciale opleiding genoten zodat ze de site en de noodprocedures door en door kennen.
In Doel worden minstens één keer per jaar vier interne oefeningen gehouden om de noodmaatregelen te testen. Daarnaast vindt jaarlijks een gezamenlijke oefening plaats met de politie en een oefening met externe brandweerkorpsen. Tot slot worden zes tot zeven keer per jaar oefeningen georganiseerd rond specifieke situaties. Het gaat daarbij om oefeningen op basis van verschillende scenario's en met verschillende betrokkenen. Na elk van die oefeningen wordt een gedetailleerde evaluatie opgemaakt en worden de procedures geoptimaliseerd.
De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is bevoegd voor de noodplannen die betrekking hebben op de bevolking. Het Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken coördineert de acties en de communicatie om de bevolking en het milieu te beschermen. In het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgische grondgebied staan de verantwoordelijkheden en interventieprocedures van de verschillende diensten op nationaal, provinciaal (gouverneurs) en lokaal niveau (burgemeesters) beschreven.
De noodplannen worden regelmatig getest aan de hand van oefeningen. Daarnaast bestaat er een waarschuwingssysteem op Europees niveau waarmee de lidstaten informatie met elkaar uitwisselen.
INES, om te communiceren met de bevolking
De INES-schaal (International Nuclear Event Scale) van het IAEA (Internationaal Atoomenergieagentschap) is een tool om te communiceren met de bevolking en de media. Ze geeft de ernst van een incident aan zodat de betrokkenen een beter inzicht krijgen in de omvang en de impact van een gebeurtenis in een nucleaire installatie (industriële, medische of onderzoekscentra) of tijdens het transport van radioactief materiaal.
De INES-schaal bestaat uit 7 niveaus:
- Niveau 0: gebeurtenissen die geen enkele impact hebben op de veiligheid.
- Niveaus 1 tot 3: gebeurtenissen die beschouwd worden als incidenten.
- Niveaus 4 tot 7: gebeurtenissen die beschouwd worden als ongevallen.
Waarop is deze schaal gebaseerd?
De gevolgen voor mens en milieu
Bij het vrijkomen van radioactief materiaal in het milieu wordt de gebeurtenis geklasseerd tussen niveau 4 en 7, afhankelijk van de hoeveelheid uitgestoten radioactieve stoffen. Wat betreft de blootstelling van personen wordt de gebeurtenis geklasseerd tussen niveau 1 en 5, afhankelijk van de dosis waaraan een of meerdere personen werden blootgesteld en naargelang van het aantal personen.
De gevolgen voor de installatie
Dit criterium slaat op de gebeurtenissen die schade toebrengen aan de installatie of die gevolgen kunnen hebben voor de werknemers in de installatie. Dergelijke gebeurtenissen, waarvan de gevolgen verwaarloosbaar zijn voor de omgeving buiten de site, worden geklasseerd tussen niveau 2 en 5.
Aantasting van de verdediging in de diepte
Deze evenementen worden geklasseerd tussen niveau 1 en 3. Dit criterium is zowel van toepassing op de nucleaire infrastructuur, als op het gebruik van radioactieve bronnen en het vervoer van radioactief materiaal.
Markante gebeurtenissen geklasseerd op de INES-schaal
In de wereld
Twee evenementen werden geklasseerd als niveau 7: de ramp van Tsjernobyl (Oekraïne) in 1986 en die van Fukushima (Japan) in 2011.
In Tsjernobyl leidde een ongecontroleerde test tot de vernietiging van de reactor en de verspreiding van radioactieve deeltjes in de lucht. De contaminatie verspreidde zich over heel Europa.
In Fukushima zorgde een aardbeving gevolgd door een tsunami ervoor dat de kern van 3 reactoren smolt, met een belangrijke uitstoot van radioactiviteit in de omgeving tot gevolg.
Het ongeval in 1979 op Three Mile Island in de Verenigde Staten werd geklasseerd als niveau 5. Onvoldoende afvoer van de warmte van de reactor leidde ertoe dat de kern smolt en gedeeltelijk vernietigd werd. De uitstoot van radioactieve deeltjes buiten de centrale bleef echter beperkt.
In België
In 2006 werd een operator die werken moest uitvoeren in een installatie voor sterilisatie door ioniserende stralingen bij Sterigenics in Fleurus blootgesteld aan straling van een bron van kobalt-60. Dit incident werd geklasseerd als niveau 4.
In 2008 werd bij het 'Institut des Radioéléments' in Fleurus jodium-131 uitgestoten via de schouw van de installatie. Dit incident werd geklasseerd als niveau 3 op de INES-schaal.
De rol van het FANC
De kleinste afwijking of het minste defect moet worden aangegeven aan het FANC, dat het INES-niveau bepaalt. Het FANC kan bovendien een plan met verbeteringsmaatregelen eisen om te voorkomen dat het probleem zich in de toekomst herhaalt.